Volgens de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (wwft) is het verplicht om verdachte transacties bij de Belastingdienst te melden. De plicht geldt onder andere voor verkopers, makelaars en exploiteurs, maar bijvoorbeeld ook voor belastingadviseurs, administratiekantoren en financiële instellingen zoals banken.

Meldplicht ongebruikelijke transacties

Het melden van ongebruikelijke transacties is bedoeld om witwassen tegen te gaan. Voorheen was dit geregeld in de Wet MOT: Meldplicht Ongebruikelijke Transacties. Een melding moet altijd de volgende inhoud bevatten:

  • de identiteit van de cliënt,
  • aard en nummer van het identiteitsbewijs van uw cliënt,
  • aard, tijdstip en plaats van de transactie,
  • als er sprake is van contanten: omvang, bestemming en herkomst van de contanten,
  • en de reden van de melding.

Wanneer een ongebruikelijke transactie volgens deze procedure gemeld is, is de melder gevrijwaard van aansprakelijkheid en strafrechtelijke vervolging. Ook kan de melder niet aansprakelijk worden gesteld voor bijvoorbeeld opgelopen schade van de cliënt.

Verdachte transacties uit Zwitserland

In dit voorbeeld is een verdachte veroordeeld voor het niet melden van meerdere verdachte transacties. In deze zaak ontving de verdachte twee grote bedragen op haar bankrekening, vanaf een onbekende Zwitserse bankrekening. Deze bedragen van enkele honderdduizenden euro’s heeft zij tezamen doorgestort naar een derdenrekening van een notariskantoor. Dit notariskantoor kon de herkomst van geld niet verifiëren en stortte daarom het bedrag terug.

Vervolgens heeft de verdachte het bedrag in twee delen doorgestort naar een rekening van een ander notariskantoor. De verdachte heeft er steeds bewust voor gekozen deze transacties niet te melden, terwijl zij wel op de hoogte was van de meldplicht.

De hoogte van de boete

Bij de totstandkoming van het boetebedrag in deze zaak heeft de rechtbank rekening gehouden met de financiële situatie van de verdachte, en de hoogte van het geldbedrag waarvan meerdere malen geen melding is gemaakt, te weten € 400.000.

In eerste instantie werd het boetebedrag daarom vastgesteld op € 40.000. Omdat de redelijke termijn waarin de gerechtelijke procedure afgewikkeld had moeten zijn, met 16 maanden is overschreden, heeft de rechtbank het uiteindelijke boetebedrag vastgesteld op € 35.000 waarvan € 10.000 voorwaardelijk.

Bijstand van een fiscaal advocaat

Römkens fiscale advocatuur weet wat uw rechten en plichten zijn rondom het fiscale recht en in strafrechtelijke procedures. Ook hebben we ruime ervaring met WWFT-meldingen: zo is er recentelijk een notaris vanwege onze bijstand niet strafrechtelijk vervolgd. Meer informatie over de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme? Neem contact ons op!

Uitspraak op 22-12-2014 door Rechtbank Den Haag: ECLI:NL:RBDHA:2014:16943

Neem contact op