Als accountant, belastingadviseur, notaris of advocaat weet u dat u in het kader van de Wwft ongebruikelijke transacties moet melden. Wanneer u het cliëntenonderzoek achterwege laat of ongebruikelijke transacties niet (tijdig) meldt, kan u dit duur komen te staan. Naast bestuursrechtelijke gevolgen kan het ook leiden tot strafrechtelijke vervolging. U maakt zich immers schuldig aan een economisch delict.

Een ongebruikelijke transactie melden is niet geheel zonder risico

Minister Grapperhaus is hier onlangs op ingegaan. Zo schrijft hij in zijn Kamerbrief over de voortgang van aanpak ondermijnende criminaliteit dat het volledig anoniem melden van ongebruikelijke transacties niet mogelijk blijft, maar in uitzonderingsgevallen kunnen gegevens wel geanonimiseerd worden opgenomen in het strafdossier.

Meer aandacht voor de veiligheid van de melder 

In de praktijk gaan meldingen geregeld gepaard met dreiging. Hier worden al sinds een aantal jaren Kamervragen over gesteld. Maar er gloort hoop aan de horizon. Het waarborgen van de veiligheid van melders van ongebruikelijke transacties krijgt namelijk meer aandacht.

Grapperhaus geeft aan dat signalen van melders die contact opnemen met de politie niet alleen zeer serieus worden genomen, de overheid kan ook (aanvullende) maatregelen nemen in het kader van het stelsel bewaken en beveiligen.

Waarom blijft de bedrijfs-of kantoornaam van een melder noodzakelijk?

Het Openbaar Ministerie kan alleen verder kan met een verdacht verklaarde transactie wanneer deze ook geverifieerd kan worden. Bovendien moet het voor het OM mogelijk zijn om aanvullende en verduidelijkende gegevens op te kunnen vragen bij de meldende instelling. Zonder vermelding van de bedrijfs- of kantoornaam van de meldende instelling in het strafdossier, kan niet door de verdediging en de rechter worden getoetst op basis van welke specifieke informatie een opsporingsonderzoek is gestart, aldus Grapperhaus.

Wanneer kan de melder van een ongebruikelijke transactie wel deels geanonimiseerd worden? 

Het OM kan wel gebruikmaken van de bestaande wettelijke kaders om melders te beschermen. Grapperhaus verwijst daarbij naar de wettelijke bepaling die het voor een officier van justitie mogelijk maakt om een verdachte processtukken te onthouden, als dit in het belang is van het onderzoek. Daaronder valt dus, in uitzonderlijke gevallen en ter bescherming van de melder, het anonimiseren van de gegevens van de meldingsplichtige instelling in het strafdossier.

Het geeft misschien wel vertrouwen, dat mocht het nodig zijn, de wet meer bescherming kan en gaat bieden. Maar waakzaamheid blijft geboden.  

Ik moet dan bijvoorbeeld denken aan de recente reeks van aanslagen die gelinkt worden aan de afpersingszaak van een fruithandel. De lijsten met namen van personeelsleden werd door het OM per ongeluk toegevoegd aan het strafdossier. Deze gelekte lijst lijkt nu gebruikt te worden door afpersers.

Heeft u of uw cliënt (in)direct te maken met ongebruikelijke transacties en wilt u weten hoe u hier op de juiste manier mee omgaat? Of heeft u andere vragen rond de Wwft? Neem dan contact op met Marc Schoenmakers via info@romkens.nl.