Een informatiebeschikking komt te vervallen wanneer de Belastingdienst uitspraak op bezwaar doet in een procedure waarop de informatiebeschikking betrekking heeft. Dat blijkt uit een recente uitspraak van het Parket bij de Hoge Raad.

Controleonderzoek en informatiebeschikking

In geschil is de oplegging van een informatiebeschikking door de Inspecteur. Over het jaar 2008 heeft de Inspecteur aan belanghebbende een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd. Op 19 december 2011 heeft de Inspecteur een controleonderzoek aangekondigd en aan de belanghebbende verzocht om de desbetreffende documenten te overleggen.

Nadat belanghebbende dit weigerde, heeft de Inspecteur in april 2012 een informatiebeschikking opgelegd. Volgens de Inspecteur was dit omdat belanghebbende zich niet aan de informatieplicht hield. Belanghebbende is tegen de informatiebeschikking in beroep gegaan maar het Hof heeft de Inspecteur in het gelijk gesteld.

Uitspraak Hof

De belanghebbende heeft ook bezwaar gemaakt tegen de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen uit 2008. De afwijzende uitspraak van de Inspecteur over deze kwestie is gedaan op 27 april 2012, een week na afgifte van de informatiebeschikking. Volgens het Hof had deze uitspraak geen betrekking op de vragen in de informatiebeschikking, zodat de informatiebeschikking niet werd geraakt door deze uitspraak.

Belanghebbende in cassatie

Belanghebbende is echter in cassatie van mening dat de informatiebeschikking in zijn geheel is komen te vervallen, omdat de Inspecteur uitspraak heeft gedaan op het bezwaar tegen de aanslag IP/PVV 2008 vóórdat de informatiebeschikking onherroepelijk werd. Er is namelijk een termijn van zes weken voordat de informatiebeschikking onherroepelijk vaststaat. Dit standpunt baseert belanghebbende op artikel 52a, lid 3, AWR dat luidt: “Indien de inspecteur een aanslag, navorderingsaanslag of naheffingsaanslag vaststelt of een beschikking neemt voordat de met betrekking tot die belastingaanslag of beschikking genomen informatiebeschikking onherroepelijk is geworden, vervalt de informatiebeschikking.”

Oordeel Advocaat-Generaal

De Advocaat-Generaal zegt hierover het volgende. Het wettelijke stelsel houdt in dat een fiscale procedure over de juistheid van een bepaalde informatiebeschikking voorafgaat aan de vaststelling van met die informatiebeschikking verband houdende belastingaanslagen en beschikkingen. Dat betekent dat de inspecteur moet wachten met de vaststelling van gerelateerde belastingaanslagen totdat de informatiebeschikking onherroepelijk is geworden. Daarbij is het niet van belang of de informatiebeschikking verband houdt met de aanslag. De eerdere uitspraak van het Hof hield hier wel rekening mee, maar volgens de Advocaat-Generaal biedt de wettekst geen ruimte voor een dergelijke materiële toetsing.

Informatiebeschikking vernietigd

Als de Inspecteur dus een aanslag oplegt vóórdat de daarmee samenhangende informatiebeschikking onherroepelijk is geworden, vervalt de informatiebeschikking.

Het beroep in cassatie van belanghebbende is dus als gegrond verklaard en de informatiebeschikking wordt vernietigd.

Meer informatie over controleonderzoek door de Belastingdienst en informatiebeschikkingen? Neem contact op met een belasting advocaat van Römkens Fiscale Advocatuur.

Parket bij de Hoge Raad, 17-08-2015, ECLI:NL:PHR:2015:1702

Neem contact op