Onlangs is een verdachte veroordeeld voor het schuldwitwassen van grote geldbedragen zonder duidelijke herkomst. Het ging hierbij om vijf bedragen tussen de vierduizend en twintigduizend euro. De verdachte kreeg de bedragen op zijn rekening gestort waarna hij in korte tijd het bedrag opnam uit pinautomaten.

Stortingen uit het buitenland

De verdachte heeft op meerdere momenten grote geldbedragen vanuit het buitenland ontvangen op zijn rekening. Deze bedragen waren niet in overeenstemming met de legale inkomenssituatie van de verdachte. Na elke storting heeft de man in kort tijdsbestek het grootste deel contant opgenomen door dagelijks het maximaal te pinnen bedrag op te nemen.

Afkomstig uit enig misdrijf

De man verklaarde dat hij zijn bankrekening aan iemand anders beschikbaar heeft gesteld als vriendendienst. Deze persoon kon echter niet worden getraceerd. Het hof kan de verklaring van de man daarom niet als een geloofwaardige reden voor de herkomst van het geld aanmerken. Volgens het hof is er geen andere conclusie mogelijk dan dat de grote geldbedragen uit een misdrijf afkomstig zijn.

Voordat de verdachte kan worden veroordeeld, moet worden vastgesteld of de man op de hoogte kon zijn van de herkomst van het geld. Volgens het hof wist de verdachte niet dat de voorwerpen uit misdrijf afkomstig waren. Vervolgens resteert de vraag of de verdachte redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat de geldbedragen via een misdrijf verkregen waren.

Oordeel van het hof

Het hof is van oordeel dat de verdachte, gelet op het feit dat hij meermalen relatief grote geldbedragen heeft ontvangen op zijn bankrekening via stortingen uit het buitenland en deze grote bedragen steeds in een kort tijdsbestek contant heeft opgenomen, redelijkerwijs heeft moeten vermoeden dat dit geld van misdrijf afkomstig was. De verdachte heeft geen vragen gesteld omtrent de herkomst van de stortingen, het geld opgenomen en vervolgens contant aan een derde overgedragen.

Schuldwitwassen

De verdachte is daarbij tekortgeschoten in zijn onderzoeksplicht. Hij heeft met een “aanmerkelijke onvoorzichtigheid” gehandeld, wat een vereiste is voor een veroordeling voor schuldwitwassen: witwassen zonder dat er opzet in het spel is, maar waarbij de verdachte wel had kunnen vermoeden dat hij zich schuldig maakte aan witwassen.

Voorwaardelijke gevangenisstraf en taakstraf

Het hof acht daarom niet bewezen dat er opzet in het spel is, maar oordeelt wel dat de verdachte schuldig is aan schuldwitwassen. De verdachte wordt veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden met een proeftijd van twee jaar en tot een taakstraf van 80 uur.

Fiscaal advocaat

Meer informatie over opzettelijk witwassen, gewoontewitwassen of schuldwitwassen? Neem contact op met een ervaren fiscaal advocaat van Römkens Fiscale Advocatuur.

Neem contact op

Gerechtshof Amsterdam, 18-12-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:5279