Op dinsdag 17 september 2019 heeft het kabinet het nieuwe belastingplan voor 2020 aangeboden aan de Tweede Kamer.

In dit artikel lees je de belangrijkste uiteenzetting van de voorgestelde wijzigingen met betrekking tot het formele belastingrecht.

Aanpassingen in de inkeerregeling

Een belastingplichtige kan uiterlijk twee jaar nadat hij (voorwaardelijk) opzettelijk of grofschuldig een onjuiste aangifte heeft gedaan of aangifte had moeten doen, alsnog een juiste aangifte doen. Als hij dit doet vóórdat hij weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat de inspecteur met de onjuistheid bekend is of bekend zal worden, is sprake van vrijwillige inkeer. In dat geval wordt geen vergrijpboete opgelegd. Na deze periode van twee jaar wordt bij vrijwillige inkeer een verlaagde vergrijpboete opgelegd.

De inkeerregeling geldt niet voor inkomen uit sparen en beleggen (box 3) dat in het buitenland is opgekomen. Hiermee heeft de wetgever een signaal afgegeven aan zwartspaarders dat het niet aangeven van buitenlandse vermogens niet onbestraft kan blijven.

Het kabinet stelt nu voor om de inkeerregeling als volgt aan te scherpen:

  1. Inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) wordt eveneens uitgesloten van de inkeerregeling.
  2. Het onderscheid tussen inkomen dat is opgekomen in het binnenland en buitenland vervalt. Dit betekent dat de uitsluiting van de inkeerregeling voor inkomen uit sparen en beleggen (box 3) wordt uitgebreid met inkomen uit sparen en beleggen dat in het binnenland is opgekomen.

Meer correctie- en sanctiemogelijkheden voor ‘spontane’ aangifte

In de praktijk blijkt dat steeds meer belastingplichtigen aangiften indienen zonder dat zij van de Belastingdienst een uitnodiging om aangifte te doen hebben ontvangen. Dit wordt een ‘spontane’ aangifte genoemd. Uit de rechtspraak volgt dat de Belastingdienst bij een ‘spontane’ aangifte bepaalde wettelijke correctie- en sanctiemogelijkheden niet kan toepassen.

Voorgesteld wordt om de wet aan te passen zodat deze wettelijke correctie- en sanctiemogelijkheden ook toegepast kunnen worden bij een ‘spontane’ aangifte van aanslagbelastingen, zoals inkomsten- en vennootschapsbelasting. Voor aangiftebelastingen geldt dit nog niet aangezien het onderzoek hiernaar nog niet is afgerond.

Daarnaast wordt voorgesteld om de termijn voor het opleggen van een (navorderings)aanslag met zes maanden te verlengen als binnen zes maanden voor het verstrijken van de termijn door de belastingplichtige wordt verzocht om uitgenodigd te worden tot het doen van aangifte of een ‘spontane’ aangifte wordt gedaan. De inspecteur verkrijgt daarmee voldoende tijd om de (navorderings)aanslag op te leggen.

Openbaarmaking vergrijpboetes aan beroepsbeoefenaars

Het kabinet wil de transparantie vergroten door (onder voorwaarden) fiscale vergrijpboetes die zijn opgelegd aan medeplegende beroepsbeoefenaars openbaar te maken. Dit geldt ook voor toeslagen. Onder beroepsbeoefenaars vallen belastingadviseurs, maar ook een medewerker van een administratie- of trustkantoor, accountants, notarissen en advocaten. Een fiscale vergrijpboete wordt alleen openbaar gemaakt als sprake is van (voorwaardelijke) opzet bij de beroepsbeoefenaar.

Openbaarmaking vindt plaats door publicatie van onder meer de naam van de overtreder en het vergrijp waarvoor een boete is opgelegd op de website van de Belastingdienst. De openbaar gemaakte gegevens zijn vijf jaar lang zichtbaar.

De gedachte is dat openbaarmaking de consument helpt bij het maken van een goed geïnformeerde keuze voor een fiscaal adviseur.

Fiscaal advocaat

Wilt u meer weten over de voorgestelde wijzigingen in het formele belastingrecht? Of bent u op zoek naar een gespecialiseerde advocaat om u bij te staan bij een geschil met de Belastingdienst? Neem contact op met een fiscaal advocaat van Römkens Fiscale Advocatuur.

Neem contact op

 

Bron: EY