De Belastingdienst kan bij een toeslagaanvraag een verzuimboete of een vergrijpboete opleggen. Dit zijn verschillende soorten boetes, maar de voorwaarden en de bezwaarmogelijkheden zijn hetzelfde.

Verzuimboete

Een verzuimboete is een boete voor een lichte overtreding. Een verzuimboete wordt bijvoorbeeld opgelegd als u een wijziging in uw inkomen niet doorgeeft of als u niet reageert op een informatieverzoek.

  • Voorafgaand aan een boete geeft de Belastingdienst eerst een waarschuwing.
  • Bij terugkerend verzuim (dat wil zeggen: hetzelfde verzuim voor het einde van het volgende jaar) bedraagt het boetebedrag € 369.
  • Vanaf een derde verzuim kan de boete zelfs oplopen tot ruim vijfduizend euro.

Bij terugkerend verzuim met betrekking tot grote bedragen wordt geen waarschuwing gegeven maar wordt direct een boete opgelegd.

Vergrijpboete

Een vergrijpboete is een boete die bij opzet of grove schuld wordt opgelegd. Ook kan een vergrijpboete worden opgelegd als er sprake is van terugkerend verzuim.

  • Bij een eerste vergrijp met betrekking tot grove schuld bedraagt de boete 25% van de te veel ontvangen of aangevraagde toeslag. Bij een volgend vergrijp wordt de boete verhoogd naar 75% van dit bedrag.
  • Bij een eerste vergrijp met betrekking tot opzet bedraagt de boete 50% van de te veel ontvangen of aangevraagde toeslag. Bij een volgend vergrijp wordt de boete verhoogd naar 150% van dit bedrag.

Voorwaarden verzuimboete en vergrijpboete

De Belastingdienst heeft zich aan verschillende voorwaarden te houden voordat een boete mag worden opgelegd.

  • U dient schriftelijk geïnformeerd te worden over de reden van de boete
  • Bij een vergrijpboete moet de Belastingdienst u vooraf informeren, waarna u schriftelijk of mondeling kunt reageren
  • U mag alle gegevens rondom het verzuim of het vergrijp inzien
  • U mag niet verhoord worden zonder dat u op uw zwijgrecht wordt gewezen

Verzachtende omstandigheden

Bij zowel verzuim of vergrijp kan er sprake zijn van verzachtende omstandigheden. In dat geval kan de boete geminderd worden. Dat is ook het geval wanneer het buiten uw schuld ligt dat de aanvraag onjuist of onvolledig is.

Bezwaar maken

Het kan zijn dat de Belastingdienst zich niet aan een van bovenstaande voorwaarden heeft gehouden. Het kan ook zijn dat er verzachtende omstandigheden zijn, maar dat deze niet leiden tot boetemindering. In dergelijke gevallen is het verstandig om bezwaar te maken bij de Belastingdienst.

Bezwaar maken tegen een boete dient schriftelijk te gebeuren. Dit bezwaarschrift moet binnen 6 weken na de datum van de boetebeschikking ontvangen zijn door de Belastingdienst.

Verstuur een bezwaarschrift aangetekend

Het is verstandig om een bezwaarschrift aangetekend te versturen. Als de Belastingdienst het bezwaarschrift niet of te laat ontvangt, dan is het aan u om te bewijzen dat u het bezwaarschrift binnen de gestelde termijn heeft verzonden.

Onlangs heeft de rechter uitspraak gedaan in een dergelijke zaak. In deze zaak was een bezwaarschrift een week te laat binnengekomen bij de Belastingdienst. Volgens de belastingplichtige was het bezwaarschrift echter een week vóór het verstrijken van de bezwaartermijn verzonden. Het aangevoerde bewijs voor deze stelling was een handgeschreven datum op de hoek van de envelop: “In de bus op 12-9-14”. De rechter oordeelt echter dat een handgeschreven datum niet als geldig bewijs dient.

Als u het bezwaarschrift aangetekend verstuurd, dan kunt u aantonen dat u zich aan de termijn van 6 weken heeft gehouden.

Fiscaal advocaat

Meer informatie over het opstellen van een bezwaarschrift na een verzuimboete of vergrijpboete? Neem contact op met een fiscaal advocaat van Römkens Fiscale Advocatuur.

Neem contact op